Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
horn - (in het water uitspringende hoek land)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenhorn* [in het water uitspringende hoek land] {in de plaatsnaam Theothorne, nu Dieren (Gld.) <838>, horn(e) [hoek] 1286} hetzelfde woord als hoorn1. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Genthorn m., hetz. w. als hoorn, dat in alle Germ. talen, uitgenomen het Go., ook bet. spits uiteinde, uitstekende kant, hoek: vergel. Eng. corner, Fr. cornier, afgel. van Lat. cornu. Thematische woordenboeken
G. van Berkel & K. Samplonius (2018), Nederlandse plaatsnamen verklaardhorn 'uitspringende bocht, hoek' Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamhorn* in het water uitspringende hoek land 0838 [Künzel] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |