Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
schar - (schram)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenschar2* [schram] {1926-1950} van scharren [krabben]. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Debrabandere (2011), Limburgs etymologisch woordenboek: de herkomst van de woorden uit beide Limburgen, Zwolleschar, zn.: schram, kerf, kras. Van het ww. scharren (zie i.v.). F. Debrabandere (2010), Brabants etymologisch woordenboek: de herkomst van de woordenschat van Antwerpen, Brussel, Noord-Brabant en Vlaams-Brabant, Zwolleschar, zn.: schram, kras; sneer; schraapzuchtige vrouw; aanbrandsel (van b.v. rijstpap). Van het ww. scharren ‘krabben’. De bet. ‘aanbrandsel’ moet dus worden begrepen als ‘wat van de bodem van de pan afgekrabd moet worden’. Zo ook de afl. scharling, scharsel ‘het laatst overblijvende restje in de pan’, dus ‘wat je nog uit moet krabben’. F. Debrabandere (2005), Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams etymologisch woordenboek: de herkomst van de Oost- en Zeeuws-Vlaamse woorden, Amsterdamschar, scher (W), zn. v.: schram, krab; slag, stamp; verwijt. Van ww. scharren 'krabben' (zie i.v.). scharre (W), zn. v.: gierige vrouw. Van ww. scharren 'krabben'. Voor iemand die moet krabben, scharrelen om rond te komen. Vgl. scharren en krabben (W) 'spaarzaam leven'. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |